Contingentwoningen: hoe zet De Binnenvest ze in?


In 2019 kregen we (net als in het aar ervoor) 86 contingentwoningen toegewezen: woningen die de woningcorporaties in Holland Rijnland toewijzen aan betrokken zorgpartijen om bijzondere doelgroepen te huisvesten. Een contingentwoning kan een cliënt huren van een woningcorporatie, maar alleen met een driepartijenovereenkomst. Hoe werkt dit systeem en wat is het belang ervan?

De driepartijenovereenkomst bij contingentwoningen zorgt ervoor dat drie partijen (in plaats van de gebruikelijke twee) zich verplichten tot het slagen van de woonperiode van de huurder: de huurder zelf, de woningcorporatie en de zorgpartij. De driepartijenovereenkomst is twee jaar geldig. In deze twee jaar moet de cliënt begeleiding accepteren van De Binnenvest, evenals verplicht budgetbeheer en dagbesteding. Als de woningcorporatie of De Binnenvest dit nodig acht, kan de overeenkomst worden verlengd.

Het leven in de maatschappij weer opbouwen

Als aan het einde van het jaar blijkt dat niet alle contingentwoningen zijn verdeeld, kunnen betrokken zorgpartijen deze opvragen. Dit doet De Binnenvest elk jaar. In 2018 en in 2019 kreeg De Binnenvest op deze wijze nog vijf extra contingentwoningen. De mogelijkheid om een dakloze of een dakloos gezin in de opvang te laten uitstromen naar een contingentwoning is namelijk een stimulerende extra optie. Door de krapte op de woningmarkt is het voor daklozen problematisch om woonruimte te vinden, zeker als de cliënt een negatief woonverleden heeft.
De contingentregeling draagt bij aan een van de opdrachten van de maatschappelijke zorg: versnelde uitstroom uit de opvang. Hierdoor kunnen cliënten zo snel als mogelijk hun leven in de maatschappij weer opbouwen. Dat brengt zowel lagere maatschappelijke lasten met zich mee als de menswaardigheid van maatschappelijk herstel.

Driepartijenovereenkomst op verzoek

Woningcorporaties doen met regelmaat een beroep op De Binnenvest als ze een woning alleen met een driepartijenovereenkomst aan een woningzoekende willen verhuren. Gaan De Binnenvest en de financier van hulpverlening (WMO of justitie) hiermee akkoord, dan wordt deze burger een cliënt van De Binnenvest en sluiten we een driepartijenovereenkomst af. Dit gebeurde in 2018 vijftien keer en in 2019 twaalf keer.

Omklapwoning

In uitzonderlijke situaties wordt gekozen voor een ‘omklapwoning’. Dan huurt De Binnenvest een woning van een woningcorporatie en verhuurt deze door aan een cliënt. Over het algemeen wordt de woning na een jaar omgeklapt naar een contingentwoning en huurt de cliënt met een driepartijenovereenkomst voor de duur van twee jaar. Voor deze constructie wordt gekozen als iemand een zeer slecht huurverleden heeft en er geen vertrouwen is in het slagen van een contingentwoning of driepartijenovereenkomst op verzoek. Voor deze constructie is in 2019 één keer gekozen en in 2018 vijf keer.

Effecten van decentralisatie

Tot op heden was de filosofie dat een dakloze een aangeboden contingentwoning moest accepteren, waar dan ook in de regio. Daarmee is immers de dakloosheid verholpen. Door de decentralisatie van de opvang naar de gemeenten is hier een verschuiving gaande. Een gemeente zal zijn burgers niet alleen in de eigen gemeente willen opvangen, maar ook herhuisvesten.

Grote kans van slagen

Doordat de maatschappelijk werker de cliënt begeleidt bij het zelfstandig wonen en met regelmaat contact heeft met de woningcorporatie, hebben voornoemde wijzen van samenwerking een grote kans van slagen. Er zijn korte lijnen en waar nodig intervenieert de Commissie wonen van De Binnenvest.

 

 

U bent hier