‘Als het zorglandschap verandert moet je als organisatie mee bewegen’


December 2018 bestond De Binnenvest 25 jaar. In diezelfde maand vond de aftrap plaats van “Nieuwe Contouren”, een fors veranderproject van de interne organisatie. Tussen de dagelijkse opvang en zorg door werd er op vele fronten hard gewerkt. Waarom was de verandering van de organisatie zo belangrijk? En welke vruchten hopen we dat onze partners en cliënten ervan plukken? Directeur-bestuurder Emmy Klooster kijkt zowel terug als meteen ook vooruit.

November 2018 presenteerde je intern de notitie Nieuwe Contouren van De Binnenvest. Op basis van gesprekken met medewerkers, teamleiders, partners en diverse deskundigen schets je daarin de noodzaak om de organisatie verder te professionaliseren. Wat was de aanleiding?

Emmy Klooster: ‘Er is de laatste jaren veel veranderd in de maatschappelijke zorg. Willen wij daar goed op kunnen inspelen, dan moeten we zorgen dat onze organisatie meeverandert. Het zorglandschap ziet er al heel anders uit dan vijf jaar terug en de veranderingen gaan ook komende tijd in een fors tempo door. Wij krijgen bijvoorbeeld een grotere diversiteit aan cliënten. Dat vraagt van ons dat we onze kennis vergroten en dat we een actieve rol kunnen spelen in netwerken van ketenpartners.
Andere belangrijke veranderingen zijn natuurlijk de ambulantisering van de zorg, de decentralisatie en de betaalbaarheid van de opvang. Daarvoor moeten we ons anders organiseren en ook nieuwe concepten in ons zorgaanbod ontwikkelen. Maar ambulantisering vraagt bijvoorbeeld ook dat onze medewerkers flexibeler werken, soms ook buiten kantooruren. Kortom, je ziet eigenlijk heel veel veranderingen in elkaar grijpen, die om goede antwoorden vanuit onze organisatie vragen.’


Medewerkers denken mee aan wat er allemaal moet gebeuren om de veranderingen mogelijk te maken. Foto's: Thijs Tegelaar.

Welke veranderingen zijn er doorgevoerd?

‘We hebben de organisatie verder aangepast op het type opvang en begeleiding dat we bieden, aan de intensievere gesprekken die we met stakeholders moeten voeren over nieuwe zorgconcepten en hoe we onze zorg verantwoorden. Dat resulteert in de drie afdelingen Opvang & Verblijf, Ambulante Begeleiding en Zorgverkoop & Zorgontwikkeling. Met name binnen de afdeling Ambulante Begeleiding hebben we de werkgebieden heringericht, zodat die beter aansluiten op de gemeentelijke ontwikkelingen. Ook hebben we de voorwaarden vergroot om daar in zelfstandig werkende teams te kunnen werken. Dit vanuit de gedachte dat onze medewerkers prima weten hoe ze zo dicht mogelijk op lokale vragen en het netwerk van ketenpartners hun werk voor de cliënten kunnen verrichten.’

Er is in het veranderproces veel gesproken over het vergroten van zelfstandigheid en werkplezier. Kun je daar iets over zeggen?

‘We hebben goed gekeken naar voorbeelden van andere zorgorganisaties en geloven er heilig in dat teams zo zelfstandig mogelijk moeten kunnen werken. Dat zorgt voor minder onnodig overleg, snelheid qua beslissingen en een verdere groei van ieders vaardigheden en zelfvertrouwen. Daarvoor hebben we opnieuw onze besturingsfilosofie uitgewerkt, net als onze managementstijl, de kaders waarbinnen een team moet kunnen werken en ook de taken en rollen die medewerkers een tijdlang in een team op zich kunnen nemen. We hebben dus eigenlijk alle voorwaarden aangescherpt om doelgericht en goed met elkaar te kunnen samenwerken. Dat moet werkplezier opleveren. Als je werkplezier hebt, ben je gezonder, zie je eerder oplossingen, bijt je je er steviger in vast en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dat alles gunnen we onze medewerkers en via hen onze cliënten, die daarvan het meeste profiteren. Want vergis je niet: juist de diversiteit aan cliëntcasussen vraagt enorm veel creativiteit, improvisatie en doorzettingsvermogen van onze medewerkers. Geen casus is hetzelfde, geen dag gelijk. Dus hoe meer zin een medewerker heeft om iedere nieuwe uitdaging aan te gaan, hoe meer cliënten we kunnen helpen bij hun herstel.’

Je vertelde al wat de organisatieverandering kan betekenen voor de cliënten. Wat kunnen de partners in het veld ervan verwachten?

‘Bovenaan staat dat we zichtbaarder in de regio willen zijn en onze bereikbaarheid ter plaatse willen vergroten. Willen wij ons werk voor cliënten goed kunnen doen, dan moeten wij op heel veel vlakken intensief samenwerken met partnerorganisaties. Veel van onze cliënten hebben immers niet alleen met De Binnenvest te maken en hebben diverse organisaties nodig om de weg naar maatschappelijk herstel te kunnen vinden. Dat betekent dat voor die organisaties helder moet zijn wat we wel en niet kunnen bieden, maar bijvoorbeeld ook wie ze daarvoor concreet kunnen bellen, inclusief wie het overneemt als diegene een vrije dag heeft. Dat zal de betrouwbaarheid en snelheid in de uitwisseling enorm ten goede komen.’

 

 

U bent hier